‘Geen twijfel aan. We hebben er een paar opgepikt vanaf verschillende delen van de planeet, hebben ze aan boord genomen in onze verkenningsvaartuigen, en helemaal gesondeerd. Ze zijn volledig van vlees.’
‘Dat is onmogelijk. Hoe zit het met de radiosignalen? De boodschappen naar de sterren.’
‘Ze gebruiken de radiogolven om te praten maar de signalen komen niet van hen. De signalen komen van machines.’
‘Wie heeft dan die machines gemaakt? Daar willen we mee in contact komen.’
‘Zij hebben de machines gemaakt. Dat probeer ik je steeds te vertellen. Vlees heeft de machines gemaakt.’
‘Dat is belachelijk. Hoe kan vlees machines maken? Je vraagt me in bewust vlees te geloven?’
‘Ik vraag het je niet. Ik vertel het je. Deze schepsels zijn het enige bewuste ras in de sector en ze zijn van vlees gemaakt.’
In het korte verhaal van de sciencefiction schrijver Terry Boisson ontdekt een buitenaardse intelligentie ons menselijk ras. Ze kunnen er maar niet over uit dat vlees bewustzijn kan hebben. Het verhaal verandert op een grappige manier mijn perspectief. Het is als bij René Magritte die een schilderij in een schilderij tekent (‘la conditione humaine’) en daarmee opeens de context verandert. Wat zie ik nu eigenlijk? Zo ook in dit verhaal. We zijn denkend, liefhebbend en dromend vlees. Wel onpraktisch hoor, bederfelijk vlees dat over de oneindigheid droomt. We hoeven maar even met ons lijf tegen een ruw oppervlak te schuren of het begint te bloeden. Een minuscule doorn bij het werken in de tuin is al genoeg. Zo ongelofelijk kwetsbaar als onze huid is! En als er maar even iets met dat bloed aan de hand is, iets in de samenstelling of in de werking van de bloedvaten, hebben we de poppen al aan het dansen. Een verkeerde beweging in de auto en dit denkend vlees is niet meer dan een hoop leegbloedende organen..
Wie wel eens aan het bed van een stervende heeft gezeten, kent dat. Hoe degene die je liefhebt, opeens een ‘ding’ wordt. Hoe leven en bewustzijn uit ‘het vlees’ glijden. Niet zozeer de dood is onbegrijpelijk, het leven zelf is een ongelofelijk fragiel geheim. Hoe de verhouding met de materie is, houdt filosofen al eeuwenlang bezig. Volgens sommigen van hen begint levenskunst bij het besef van onze eindigheid. Hoe doe je dat? De gedachte dat de dood ons elk moment kan treffen is moeilijk te verdragen. Ze past niet in de obsessieve lichaamscultuur van jong, fris en sexy. Terwijl de reclames onze eeuwigheidsverlangens voeden en ons goden en godinnen laat voelen, zien we twee minuten later hoe we ‘vlees’ zijn, bedolven in een platgebombardeerde kelder of neergeschoten in een kuil met lijken. Ik knijp mijn ogen dicht. De tegenstelling is niet te verwerken.
Het woord ‘kwetsbaar’ is heel populair in mijn vak, de Begeleidingskunde. Letterlijk betekent het dat iets makkelijk stuk gaat. ‘Handle with care’. Dat is voor mij een mooie richtlijn. Het kan zachtheid en zorg oproepen. Juist die vreemde combinatie van volstrekt uniek en toch eindig zijn vraagt om de behoedzaamheid en fijngevoeligheid van iemand die een vlinder bestudeert.
De buitenaardse wezens in het verhaal van Terry Bison zie deze ‘human condition’ niet zitten. Ze besluiten geen contact te leggen . Dat ‘vlees’ is minderwaardig, een vreemde doodlopende tak in de evolutie van het heelal. Ik weet het niet…