Droom groot
Ooit had ik een directeur in Rotterdam wiens jaaropening met ons als docententeam ik nooit ben vergeten. Wij zaten daar met onze mappen, agenda’s, tassen vol met plannen voor het nieuwe jaar, wachtend op zijn welkomstwoord. Zonder aankondiging liet hij een nummer van Solomon Burke horen. Het was het nummer ‘Don’t give up on me’. Een heerlijke hammond-sound scheurde door de ruimte en wij zaten plotseling op het puntje van onze stoel. We wisten allemaal waar dit over ging. Het ging over de jongeren waar we mee werkten. Het ging over ons. We werden rechtstreeks in ons hart geraakt: Laat me niet vallen! Ook al gedraag ik me onmogelijk en voldoe ik niet aan je normen. Opeens ging het niet meer over regels en procedures, haalbaarheid, de bezuinigen die boven onze hoofden hingen. Ik werd aangesproken op mijn missie!
Als Martin Luther King zijn historische speech was begonnen met ‘I have a plan…’ had hij geen beweging veroorzaakt. Hij begon met ‘I have a dream…’. Toen ontstond er actie. Revoluties beginnen bij de verbeelding. Als je een schip wilt bouwen, zegt de Saint-Exupéri in de Kleine Prins, ga je niet werk verdelen en orders geven, je leert mensen verlangen naar de eindeloze zee. Het is het geheim van het ‘gegrepen worden’. We kennen het allemaal. Een dieper weten wordt plotseling bij je geraakt. Je hoeft niets meer uit te leggen. Het gaat stromen, er is zingeving, je wordt verbonden met een groter geheel.
Iets dergelijks gebeurde mij deze week. Ik hoorde het nummer ‘None of us are free’ van diezelfde Solomon Burke. Ik weet niet wat er gebeurde. Ik moest luidkeels meezingen.
None of us are free.
None of us are free.
None of us are free, one of us are chained.
None of us are free.
Solomon Burke vertelt in dit lied dat de wereld elke dag weer iets kleiner wordt. Je bent niet echt vrij als één van de anderen niet vrij is. Dat is de ‘onmogelijke droom’ waar dit nummer over gaat. Je kunt je leven lang de vraag blijven stellen ‘hoe dan..’ maar we dreigen daarbij steeds weer stuk te lopen op een dichtgetimmerde werkelijkheid. De wereld is vol van pragmatische rekenmeesters met ‘realistische plannen’ en statistieken. Ze laten je lusteloos in je stoel laten zakken. We hebben het grote dromen al vroeg afgeleerd. We huiveren om grote woorden te gebruiken. Natuurlijk moeten we ‘feiten’ in kaart brengen maar toen tegen G.W.F. Hegel werd gezegd dat zijn filosofie in strijd was met de feiten, antwoordde hij: Dat is dan jammer voor de feiten! Zo is de volgorde. Alleen zo worden we geen slachtoffer van die overweldigende en ongrijpbare werkelijkheid om ons heen.
Daarbij hebben we mensen nodig die een ander niveau aanspreken. Dichters, musici, kunstenaars. Zij vertegenwoordigen de muze, denken in symbolen en verhalen. Zij verbreden iets in jezelf. Het gordijn wordt opengetrokken. Je adem stokt van het overrompelende uitzicht. Die momenten houden je levend.
Begin vandaag! Sluit je ogen. Zet je computer zo hard mogelijk. Laat Solomon Burke je raken.
Rien van der Zeijden