De tijdspaarders
Vakantie is voor mij de tijd van de onbewaakte ogenblikken. Elke keer weer ontdek ik hoe een vreemde godheid mijn beleving van tijd heeft gekaapt. Hij draagt de onschuldig ogende naam Chronos en heeft ons leven minutieus in delen gehakt en deze van prijslabeltjes voorzien. In het fantastisch jeugdboek ‘Momo en de Tijdspaarders’ uit 1973 voert de auteur Michael vd Ende de tijdspaarders ten tonele. Onopvallende mannen in grijze pakken die de mensen aanspreken om hun tijd te sparen. Ze beloven rente op de gespaarde tijd. Waar zij samenkomen verspreiden ze een mistige kilte. Een intrigerend en spannend verhaal over de consumptiemaatschappij en onze gehaaste levenswijze. Nu, bijna vijftig jaar later is ‘tijd’ alleen maar meer geëconomiseerd. Het is verhandelbaar en geprijsd in verlofregelingen en pensioenen. We denken ons efficiënte werken straks te kunnen verzilveren in de hangmat om daar te ontdekken dat het ‘tekort’ er nog steeds is. De winstuitkering valt tegen. Er klopt iets niet aan deze handel. Ondertussen verlangen we steeds meer om echt te ontsnappen uit de dwangtijd van doelen, nut en noodzaak.
Ook ik. Die dwangtijd gaat regelmatig in mijn hoofd zitten en beïnvloedt mijn creativiteit. Opeens hoor ik mezelf dan praten in clichés. Het cliché kan heel dicht zitten op wat je echt wilt zeggen. Maar het cliché zet het beeld gevangen. Het kan niet meer bewegen. Wat je denken noemt, is het herhalen van gedachten. Tijd voor een ‘break’. Een gat slaan in de functionele tijd. Op zoek naar die andere God: Kairos is volgens Joke Hermsen ‘de tijd die voor inzicht, verandering of ommekeer kan zorgen, door een interval of intermezzo binnen het monotone tijdregime van zijn opa Chronos aan te brengen.’*
Op zoek dus deze vakantie naar vergeten en verscholen momenten, mijmeringen onder de appelboom, haperingen in de tijd. Ik kwam o.a. terecht in het Benedictijner klooster in Egmond. Een plek om adem te halen zonder doelen en verwachtingen. Ik ervaar daar contact met mijn ‘levens-werk’. Gek genoeg is er geen oord waar de kloktijd meer centraal staat dan in het in klooster. Ritme is enorm belangrijk. Raar maar waar, tussen die tot op de minuut aangekondigde getijden kun je je onttrekken aan de dwang van Chronos. Het is het verschil tussen tijd die je opjaagt en tijd die als een behaaglijk jas om je heen valt.
Hernieuwing van je creativiteit heeft te maken met wat de filosofe Hanna Arend het ‘nunc stans’ noemt. Het is “de tijdspanne waar toekomst en verleden voor de duur van een ‘eeuwig ogenblik’ uit elkaar worden gehouden zodat er, voor even, een ‘blijvend nu’ ontstaat”*. Joke Hermsen heeft het over ‘de kairotische tussentijd’ die nodig is om iets nieuws voort te brengen. Het afgelopen jaar zond ik mijn gedicht Stilte in voor de gedichtenwedstrijd ‘Prijs de Poezie’. Het probeert dat subtiele moment van creatieve stilte te vangen.
Stilte
Die ruimte tussen twee gedachten
als de volgende zin
op zich laat wachten
Dat moment tussen twee maten
als je ademhaalt
en los kunt laten
Die aarzeling zich uit te spreken
als je twijfelt
of je in moet breken
Die stilte
tussen alle dingen
tussen stimulus en respons
zo onzichtbaar onder ons
Die stilte
kan iets nieuws beginnen
(*Citaten in deze blog uit Joke Hermsen: Melancholie van de onrust)