Ervaring
Vorige week zag ik de fascinerende film, After Life. Het is een film uit 1998 van de Japanse regisseur Hirokazu Kore-eda. In een beginshot doemen uit de grijze mist één voor één figuren op. Het is maandagochtend. De personen die we zien blijken gestorven en zijn na hun dood gearriveerd in een soort doorgangshuis. Het lijkt op een oud schoolgebouw in the middle of nowhere. Ze krijgen een opdracht. Binnen drie dagen moeten ze uit al hun herinneringen de meest dierbare ervaring kiezen. Alleen die ervaring mogen ze meenemen naar het hiernamaals. De rest van hun herinneringen zal worden gewist. Een team van mensen staat hun bij en gaat met iedereen gesprekken aan. Ontroerende en zoekende gesprekken. De meesten kunnen niet kiezen en als ze kiezen wordt de ervaring al snel doorgeprikt. Ach nee… dat was het helemaal niet. Wat is van blijvende waarde? Hoe formuleer je dat onbenoembare dat jou zo heeft geraakt? In de tweede helft van die week zal de gekozen ervaring worden nagespeeld en opgenomen. Dat gebeurt met kunst en vliegwerk in een oude studio. Klassieke filmtrucs worden van stal gehaald, iedereen leeft mee. Tot in de finesses worden er aanwijzingen gegeven. Zaterdagavond wordt jouw filmfragment vertoond en alleen als de ervaring opnieuw wordt opgeroepen en herbeleefd, mag jij door. Wie er niet uitkomt, moet blijven in dit huis en wordt opgenomen in het team van begeleiders, allemaal mensen die nog niet klaar zijn met hun opdracht. Het wordt een intrigerend mooi verhaal en het laat me achter met de vraag wat een ‘ervaring’ nu eigenlijk is. Het gaat in de film uiteindelijk helemaal niet over sensationele gebeurtenissen. Het is zelfs een beetje banaal. De ervaringen gaan over een bord eten na een lange ontbering; de warme thee op de kleuterschool; de vlucht van een vogel; het dansje waarmee je als kind mocht pronken, etc.. De reconstructie mikt nauw. Ze is niet de ervaring. Ze wordt ermee opgeroepen…..
Ik zou als begeleidingskundige veel over ‘ervaringsleren’ moeten kunnen vertellen. We kunnen het platslaan door te zeggen dat we eenvoudig leren van ervaring en dat een goed gesprek erover helpt. Volgende keer doen we het anders. Klaar. Ervaringsonderwijs op z’n smalst. Waar het in deze film echter over gaat en waar mijn gesprekken interessant worden is de betekenisvolle ervaring, de ervaring van schoonheid, iets wat je bij de strot grijpt zonder dat er iets te verklaren of te leren valt. Sommige ervaringen zijn ongrijpbaar en tegelijk belangrijk. Je hebt het gevoel dat ze je iets te zeggen hebben. Ze hebben bijna iets mystieks. Juist dan moet je er vanaf blijven. Verwondering wil niet uitgelegd worden. Je wilt niet met een verklaring thuiskomen.
Is het mogelijk om de ervaring zelf te laten spreken? Wat als we ons in de ervaring durven te laten zakken? Wat als je aandacht geeft aan dat stukje realiteit in jouw leven dat opeens oplicht, betekenis krijgt? Het leven toont een diepte waar je eigenlijk naar zoekt maar geen raad mee weet. Die ervaringen blijken vaak scharnierpunten. Scharnierpunten in mijn levensloop. In het gesprek erover word ik geleidelijk of soms plotseling verbonden met een diepere levenslaag, een onderstroom in mijn leven. Stef Bos zingt: De onderstroom, die niemand ziet, bepaalt de richting, op elk gebied. Die merkwaardige sturing vanuit iets diepers in onszelf blijft mij fascineren. Dat soort ervaringen heeft mijn taal nodig om echt ervaring te worden. Ze vormen geleidelijk een verhaal, een levensverhaal, mijn levensverhaal. En ik ben de enige die het kan vertellen.
Rien