Niet doen

Niet doen

29 november 2019 Geen categorie 0

Het zal de herfst wel zijn. Ik mijmer over ‘leren niets te doen’. Terwijl anderen in een vlinderachtig ritme de grijze regenachtigheid te lijf gaan, knabbelt er in mij iets aan die activistische ‘zomerse’ instelling. Het is alsof mijn innerlijke thermostaat een ander gedrag begint af te dwingen. De melancholie loert. Ik wil in grote zachte kussens liggen met een traag verhaal; de neergang proeven. Word ik oud en te vatbaar voor seizoenswisselingen? Mijn tuin vraagt ook om niets doen. De net van hun fruit beroofde takken hangen nat en treurig bij te komen van die operatie. Het groenbruine blad heeft dit jaar moeite met loslaten. De sapstroom zakt maar langzaam naar beneden. Alles keert terug in zichzelf. Terwijl de tuin de winterstand probeert te vinden, laat je snoeischaar en schop nog even liggen. Het meest idiote fenomeen in deze periode is de tuinier-bladblazer die iedereen de stuipen op het lijf jaagt met zijn gegier. Krijgen we eindelijk even de kans om de kantjes er van af te lopen, kunnen we nog niet stilzitten. Er moet iets gedaan worden.

Niks bioritme dus. Het uniforme ritme van de neoliberale jachtigheid dringt ons leven binnen. Wie zich in de TAO verdiept ontdekt de waarde van niet-doen:

Een studie volgen is leren.

Tao volgen is afleren.

afleren

en nog eens afleren,

tot je niet-doen bereikt.

Door niet-doen blijft niets ongedaan.

De wereld geeft zich altijd gewonnen aan niet-doen

Met doen krijg je dat niet gedaan

(Tao Te King)

Het lijkt op een onwerkelijk advies. In de TAO kent het leven verschillende energieën. Er is Ying en er is Yang. Yang is de actieve stand. Zaaien, structuur aanbrengen, interventies. Je volgt een vormende en stuwende kracht in het leven. Dan komt er een moment dat je op de bank zit en denkt: ik heb nu toch alles gedaan? Volgens methode X Y Z moet er nu toch dit of dat gebeuren! ?

Dan dient Ying zich aan. Je moet wachten. Het zaadje moet ontkiemen. Als er al een frutseltje boven de grond uit komt steken, moet je er vooral niet aan gaan trekken. Het vergt een houding van actieve passiviteit. ‘Dingen laten gebeuren’, zeggen we. Gek genoeg is dat een actieve zin.

Niet-doen is vloeken in de neo-liberale kerk. Het afdwingen van resultaten onder druk van het altijd-maar-groeien-principe roept allerlei spanningen op bij organisaties. Vooral de burn-out bij jongeren is verontrustend. ‘Groei’ is gaan betekenen: altijd maar door gaan. Groei is ontdaan van sterven, van zijn organische betekenis. Hierdoor raken mensen vervreemd van zichzelf en hun creativiteit.

Hoe halen we de krampachtigheid uit ons streven? Niets doen, leren wachten en ‘vergeten’… Leeg worden is de voorwaarde om echt iets nieuws te creëren.

Rien van der Zeijden