Stilgezet
Het was stil in mij de afgelopen periode. Het gaf ruimte. Als een antwoord dat op zich laat wachten. Je aarzelt om je uit te spreken. Het is die communicatieve stilte die de coach kent. Soms, als je niets zegt, als je de ruimte tussen stimulus en respons oprekt, gebeurt het vanzelf. Dat is altijd beter. Te snelle antwoorden komen terecht in een niemandsland, vinden geen eigenaar, zweven als oud vuil rond in onze vergaderruimten.
Toen kreeg ik een boek van een supervisant. Het lag op mijn bureau en het bleef mijn aandacht trekken zonder dat ik iets had gelezen. De schrijfster, Judith Schalansky, ontwerpt haar boeken zelf. Dat zal vast de reden zijn waarom het daar maar bezielend lag te zijn. Het heet: inventaris van enkele verliezen. Haar taal dwingt mijn aandacht af. Ik moet trager lezen. Ik kan niet even scannen, niet even de boodschap er uit halen. Soms is haar taal zwaar en landerig, soms vurig en snel. Maar altijd is het bezield. Bezielde verhalen vragen om leesdiscipline, bereidheid om iemands wereld binnen te gaan, alsof je een statige oprijlaan betreedt en voorlopig even blijft.
In onze virtuele wereld is de taal een vluchtig gebruiksartikel geworden. Teksten gericht op kort genieten en snel begrijpen. Over dun ijs moet je snel schaatsen. Kortademige teksten die als brood in de zon staan te vergelen terwijl je ze consumeert. Nieuws buitelt over elkaar heen. Jachtig zoeken we naar de laatste update. Waar is de scoop die mij bovenaan de pagina zet? Wie leert mij zo schrijven dat ik niet voortijdig weg-geklikt word, dat ik geliked word, gedeeld… Want anders, als de algoritmes van google mij niet oppikken, word ik onvindbaar, afval, onderdeel van de trage stroom plastic soep van websites, flyers, columns die door de virtuele ruimte drijft.
Er gebeurde nog iets moois wat ik opeens met het bovenstaande in verband kan brengen. Mijn liefste gaf me een kunstwerk cadeau. Het is getiteld ‘open boek’ en het staat nu te pronken in mijn Werkplaats:
Als ik er binnenkom moet ik stilstaan en kijken. Dat is wat kunst met je doet: stilgezet worden en kijken. Het symbool drukt mijn verlangen uit. Ik herinnerde mij een gedicht dat ik vorig jaar schreef:
Woorden
Ons huis van woorden
Ik ken de weg hier
Blindelings
Laten we opruimen
Hier een hoopje dooddoeners
Daar een stapeltje oud en versteend
Een hoekje voor de oordelen
Als de gemeenplaatsen uitgestoft zijn
De stellingen verlaten
De open deuren achter ons dichtgesmeten
Gaan we weer sprakeloos op reis
Naar een oud en eenzaam kasteel
Waar woorden nog als huiden te drogen hangen
Liggen te rijpen in de wijnkelder
Woorden waarop gewacht kan worden
Waar de geur van de tijd in getrokken is
Trage woorden
Als goede wijn
Die langzaam naar ons hoofd stijgt
Rien